CA 5. ckv dag
28 maart had ik op school een ckv dag. Op deze dag gingen we twee dingen doen namelijk gamedesign en improtheater.
Het eerste wat mijn klas heeft gedaan was gamedesign. Toen we binnenkwamen moesten we in groepjes gaan zitten van 5 personen ik zat in het groepje met Ilse, Danny, Bram, Daisy en Newsha. We kregen drie bladen met vragen, we moesten die vragen beantwoorden over drie verschillende spelletjes.
We kregen vooral in het begin veel uitleg over hoeveel verschillende spelletjes er eigenlijk zijn en wat de verschillen hier nou van zijn, maar ook over de verschillende doelen die de makers van een spel kunnen hebben.
Daarna moesten we in groepjes van vier gaan zitten toen zat ik met Ilse, Danny en Bram in het groepje. We kregen van de mensen die gamedesign gaven allemaal verschillende magneetjes om op ons platform neer te kunnen leggen om ons eigen spel te maken. In het begin moesten we iets nabouwen en bedenken wat ons poppetje kon om aan de overkant te komen, het was super grappig dat we met de raarste ideeën zijn gekomen maar uiteindelijk toch wel goede ideeën kregen uit de rare ideeën.
Daarna mochten we ons eigen spel ontwerpen, het viel me op dat iedereen toch iets anders heeft gemaakt terwijl we allemaal hetzelfde begonnen en allemaal dezelfde spullen hadden om het spel te maken.
Na de pauze moesten we naar de gymzaal voor improtheater. We kregen les van een Amsterdamse man die ik in het begin aardig raar en arrogant vond omdat hij bleef zeggen dat hij de baas was. Uiteindelijk bleek dat super mee te vallen en was hij best wel grappig.
In het begin moesten we door elkaar heen lopen en als hij een getal zei moesten we een soort opdrachtje doen, bij 1 moesten we de grond aanraken, bij 2 de grond aanraken, bij 3 de bank en de muur aanraken, bij 4 moesten we naar links afslaan, bij 5 moesten we links zeggen, bij 6 moesten we vliegtuig zeggen en bij 7 moesten we een auto nadoen.
We deden ook nog iets met een persoon A, B en C waarbij iedereen een andere persoon A, B en C had, maar daar snapte ik niet zo veel van.
Daarna moesten we in een rondje staan en dan per tweetal tot 3 tellen maar dan om de beurt het volgende getal zeggen, in het begin was het wel moeilijk maar daarna werd het steeds makkelijker. Toen moesten we 1 vervangen door je schouder aan te tikken en vervolgens weer verder tellen tot 3, toen moesten we 2 vervangen door op je voorhoofd te tikken, en uiteindelijk moesten we ook 3 vervangen door te springen.
Toen kregen we twee groepen waarbij we tot 7 gingen tellen, bij 1 t/m 6 moest je je schouder aantikken en bij 7 moest je je arm boven je hoofd doen, de kant waarop je je arm deed, die persoon naast je moest dan verder tellen maar het kon ook zo zijn dat ze de andere arm deed waardoor gelijk jij weer aan de beurt was. Na een tijdje moesten we bij 3 ipv op je schouder te tikken, je heup aanraken, als iemand het fout deed moest hij/zij naar de andere groep.
We gingen ook met diezelfde groep slogans maken, maar dat werden uiteindelijk gewoon rare zinnen. Ondanks dat het niet echt meer slogans werden was het wel leuk om te doen.
Daarna moesten we in tweetallen een verhaaltje vertellen over een kabouter met een zwarte hoed, waarbij je om de beurt een woordje moest zeggen, dit was om goed te kunnen samenwerken omdat je natuurlijk allebei jullie eigen verhaal in gedachten hebben maar je met elkaar een verhaal moet maken waar je dus niet je eigen verhaal kan volhouden, maar naar elkaar toe gaan. Ook moesten we iets aanwijzen en het object omschrijven woord voor woord met je tweetal.
We hebben ook iets met foto’s maken gedaan zonder fototoestel, de groep werd in twee delen verdeeld en de eerste groep moest gaan staan, de man vertelde een verhaaltje waar de tweede groep het onderwerp van had bedacht. Na ieder verhaaltje zei de man: ‘kliiiiiiiiiiiiiiiik’ waarna de mensen die stonden zijn verhaaltje moesten uitbeelden op een foto, dus eigenlijk als standbeelden moesten gaan zitten. Het was heel leuk om te doen.
Ook hebben we een soort busje gedaan waarin iedereen elkaars emotie overnam van de persoon die de bus in kwam. Dat vond ik wel wat minder om te doen maar ik vond het wel grappig om te zien.
Als laatste gingen we twee spelletjes doen, je had twee groepen waarvan de ene groep dingen moesten uitbeelden door in de goede volgorde te gaan staan, die man zei bijvoorbeeld een vierkant en dan moesten we in een vierkant gaan staan. Als tweede spel werd de groep nog een keer in twee gedeeld en kreeg iedereen een nummer en als jou nummer werd genoemd moest je naar het midden rennen en de sjaal pakken maar wel ervoor zorgen dat je niet werd getikt door de ander.
Wat me het meest is bijgebleven van deze dag is over het algemeen hoeveel plezier ik gehad heb met de mensen waarmee ik samenwerkte.
Het leukste van de workshop gamedesign vond ik je eigen spel maken, en het leukste aan importheater vond ik de foto’s maken en de slogans maken met je groep.
Het minst leuke van de workshop gamedesign was het zoveel praten in het begin, en het minst leuke van improtheater vond ik in het begin het lopen en op het einde dat spel met die sjaal pakken.
Maak jouw eigen website met JouwWeb